Dat het Gerechtshof Den Haag afgelopen week het zelfstandig ondernemerschap van een gastouder bevestigde, is een opsteker voor de zelfstandigheid van het gastouderschap. Het gaat in tegen het arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 17 augustus 2016, waarbij een gastouder niet werd aangemerkt als zelfstandig ondernemer. Wat gebeurde er? Wij maakten een overzicht.
De uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden leidde tot onrust onder gastouders. Een gastouder in kwestie moest een flink bedrag aan belastingen betalen, toen het Hof oordeelde dat zij geen zelfstandig ondernemer was. Volgens Gijs Steijgers, eiser van de zaak in Den Haag, en Sebastiaan Dekkers van Platform Gastouderopvang werd daarbij niet goed gekeken naar de feiten.
Het Gerechtshof Den Haag woog alle voors en tegens af en kwam tot een andere uitspraak:
- Ouders zijn opdrachtgevers
Allereerst maakt het Hof in deze zaak duidelijk dat de ouders de opdrachtgevers van de gastouder zijn waarmee de gastouder overeenkomsten van opdracht sluit. Het Hof stelt dat de gastouder over voldoende zelfstandigheid beschikt ten opzichte van ouders waarvoor zij werkt. De gastouder bepaalt zelf hoeveel uren zij werkt en wanneer zij dit doet. Een ouder dient zelf voor vervanging te zorgen als de gastouder niet beschikbaar is. Ook bepaalt de gastouder zelfstandig haar tarief. Dat het tarief is afgestemd op het maximale uurtarief waarover ouders kinderopvangtoeslag krijgen doet daar volgens het Hof niets aan af. - Invloed gastouderbureau beperkt
Het gastouderbureau heeft als wettelijke taken zorg te dragen voor het tot stand brengen en begeleiden van gastouderopvang en het doorgeleiden van de betalingen van ouders aan gastouders. Het Hof acht de invloed van de gastouderbureaus dan ook beperkt en niet van invloed op de zelfstandigheid van de gastouder. - Toezicht door gemeente
Het toezicht op de naleving van de wettelijke bepalingen door de gastouder wordt uitgeoefend door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente waarin de gastouder haar werkzaamheden verricht en door de bijbehorende GGD. Als de gastouder de wettelijke voorschriften onvoldoende naleeft, is de gemeente bevoegd maatregelen te nemen. Het bestaan van wettelijke voorschriften en het bijbehorende toezicht leiden evenmin tot te weinig zelfstandigheid om als ondernemer te kunnen worden aangemerkt.
Het Hof stelde meer ondernemerscriteria vast:
- De gastouder realiseerde in een periode van negen jaar omzetten tussen de € 1.900 en € 26.000 per jaar
- Ze ving meerdere jaren zes tot zeven kinderen op van vier verschillende ouders. Daarmee voldeed zij volgens het Hof aan de eisen van duurzaamheid, omvang en beschikbare tijd
- De gastouder maakte volgens het Hof haar werkzaamheden voldoende bekend naar buiten. Zo maakte ze onder meer reclame via haar eigen Facebookpagina, visitekaartjes en website
- De gastouder liep ondernemersrisico’s zoals debiteurenrisico en risico op schade ontstaan tijdens de opvang. Of deze risico’s zich daadwerkelijk manifesteren acht het Hof niet relevant. Ook het feit dat een gastouder weinig investeert acht het Hof niet relevant omdat dit inherent is aan de aard van de activiteiten
Blij met arrest
De Brancheorganisatie Kinderopvang, VGOB en het Platform Gastouderopvang zijn blij met dit arrest. ‘Het arrest onderkent hoe in de praktijk ouders, gastouders, gastouderbureaus en toezichthouders zich tot elkaar verhouden en verbindt daar de juiste consequentie aan’, stelt Sebastiaan Dekkers van het Platform Gastouderopvang.
‘Stevige overwinning’
Hoewel Dekkers de uitspraak ‘een stevige overwinning’ noemt, is het niet bindend voor andere gastouders. ‘Voor elke gastouder kunnen de omstandigheden dusdanig anders zijn, dat er steeds opnieuw moet worden gekeken naar de zelfstandigheid. Maar het positieve aan deze uitspraak is dat het ingaat tegen het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die stelde dat een gastouder per definitie niet als zelfstandig ondernemer aangemerkt kan worden.’ Het gastouderbureau zou volgens dat Hof de gastouder zijn zelfstandigheid ontnemen. ‘Nu het Hof Den Haag heeft vastgesteld dat de invloed van het gastouderbureau beperkt is, maakt dat het verschil.’
Volgens de Belastingdienst en Platform Gastouderopvang lopen er nog tien zaken, waarin de gastouder voor zelfstandig ondernemerschap pleit. ‘Wij volgen die zaken op de voet’, besluit Dekkers.
Het gastouderschap voldoet ook aan de criterium voor zelfstandigen die de Hoge Raad stelt, daarom vinden wij het belangrijk dat gastouders ook deze erkenning krijgen’, stelt Gijs Steijsiger. ‘Wij hebben inmiddels 86 argumenten die wij tijdens een zitting kunnen aandragen voor het zelfstandig ondernemerschap van de gastouder.’ Lees meer