Verlegen, teruggetrokken gedrag van peuters en kleuters verdient meer aandacht. Preventief ingrijpen kan hen niet alleen een fijnere jeugd geven, maar ook het ontwikkelen van angstproblemen later in het leven voorkomen. Het ouderprogramma Cool Little Kids biedt aanknopingspunten.
Download hieronder het artikel dat in VROEG heeft gestaan. Inmiddels is het onderzoek weer een stapje verder gekomen, zie het bericht van Universiteit Leiden, november 2023.
Leonie Vreeke en Maartje Goudriaan
Sommige kinderen zijn heel spontaan en onbevreesd bij onbekende mensen en in onbekende situaties. Andere kinderen zijn echter heel schuchter, verlegen en zoeken de nabijheid van ouders in dit soort situaties. Dit gedrag noemen we ook wel gedragsinhibitie.
Kinderen die dit gedrag vertonen kunnen belangrijke ervaringen mislopen, zoals het maken van vrienden, het leren van nieuwe spelvaardigheden en het leren uitvoeren van nieuwe taken. De verlegen kinderen die er niet overheen groeien, kunnen in de loop van de tijd minder zelfvertrouwen en meer afhankelijkheid van hun ouders ontwikkelen. Zij hebben een vier tot zes keer zo grote kans op het ontwikkelen van (sociale)angststoornissen. Hoe ouders omgaan met dit gedrag bij hun kind lijkt hierbij een belangrijk aangrijpingspunt.
Negatieve opvoedreacties
In veel gevallen zullen ouders van angstige of verlegen kinderen proberen hen hier tegen te beschermen. Dit betekent dat zij de moeilijke situaties proberen op te lossen of te voorkomen, omdat ze niet willen dat hun kind overstuur raakt. Op korte termijn helpt dat, maar op lange termijn leert een kind niet zelf met de situatie om te gaan.
Van de volgende opvoedstrategieën weten we dat de gedragsinhibitie van het kind in stand gehouden of zelfs verergerd wordt: (lees verder in pdf-bestand).